Onze website gebruikt cookies om je surfervaring te verbeteren alsook om als lid te kunnen inloggen. Om deze website optimaal te gebruiken vragen we je om akkoord te gaan met ons gebruik van cookies.
De gevolgen van 'een Guidootje doen'
Onlangs hoorde ik ‘Toverdrank’ op de radio, een prachtig lied van Guido Belcanto waarin het hoofdpersonage betoverd wordt door de zwoele lach van een knappe dame… en de volgende morgen zijn Cadillac en zijn geld kwijt is. ‘Beter uit je doppen kijken, man!’ zou je kunnen zeggen. Maar welke vent is er nog niét ooit eens bezweken voor… Enfin, even terug naar het lied. Telkens ik het hoor, krijg ik geen visioenen van een knappe dame, maar zie ik… het super boze gezicht van Guido Belcanto voor mij. Als blikken écht konden doden, had ik je deze nieuwsbrief gewoonweg niet meer kunnen schrijven. :-)
Ten Vrede
Ik neem je graag mee naar de zomer van 2015, toen ik in Diksmuide als presentator de muzikale acts mocht aankondigen op Ten Vrede, een festival dat een boodschap van vrede en verdraagzaamheid uitdroeg. Het programma startte in de namiddag met de ‘poppy folk’ van FOLGAZÁN, waarna Ivan Heylen de loftrompet mocht afsteken over zijn Wilde Boerndochtere en zijn Schoon Wijveken – al dan niet met toverdrank. Daarna was het de beurt aan muzikale duizendpoot Jan De Smet, de vroegere voorman van De Nieuwe Snaar. En toen… was het aan Guido Belcanto!
Vuur en vlam
’t Was een groot geluk dat het zeil van de tent van brandvrij materiaal was gemaakt, want Guido zette de tent vanaf de eerste noot in vuur en vlam. Er werd meegezongen en -gebruld, de stoelen waarop het al wat oudere publiek tussen de concerten door wat nieuwe krachten opdeden, vlogen aan de kant, en benen en andere ledematen gingen de lucht in. Het was een ambiance die ik – zelfs als frequente concertganger – nog niet vaak had meegemaakt.
En Guido, die was in de bloedvorm waarmee zijn wieleridolen heroïsche bergritten zouden winnen of millimetersprints met uiterste krachten tot een goed einde brengen. De ene na de andere hit rolde over het publiek, en hij genoot zelf met volle teugen.
‘Een Guidootje doen…’
Maar… aan alle mooie liedjes komt een einde. Zo’n festival heeft een bijzonder strikte timing en een einduur waar niet van afgeweken kan worden (want de buren willen óók op tijd naar bed) :-)). Na Guido stonden er nóg 3 groepen op het programma. Dus: Guido moest op tijd stoppen. Maar… Guido had geen zin om te stoppen. Guido wilde alleen maar doorgaan. En zijn publiek wilde duidelijk ook niets liever.
Met de strikte timing van de organisator in mijn achterhoofd kwam ik na het eerste bisnummer het podium op om Guido af te kondigen. Maar hij zei luidop en stampvoetend: ‘Nee! Nee! Nee!’, keek me aan alsof ik ter plekke mocht doodvallen, en gaf zijn band een teken om het volgende nummer in te zetten. En dat tot tweemaal toe. Ja, het leven van een presentator kan soms hard zijn. :-) Daarna kwam de wijsheid toch terug in de man, en zette hij een punt achter zijn concert.
In de backstage gunde hij me geen blik meer waardig. Was hij in zijn eer gekrenkt? Of had de adrenaline en de drive gecombineerd met mijn tussenkomst hem nukkig gemaakt? Mijn rol als ‘timekeeper’ was natuurlijk bedoeld om de bands die ná Guido kwamen evenveel tijd te geven om op te stellen, te soundchecken, en een volwaardig concert te kunnen geven. Maar die boze blik van Guido blijft me dus wel achtervolgen… :-)
Winnaars en verliezers
Ook op seminaries, studiedagen en andere gelegenheden waar meerdere sprekers op het programma staan, zijn er die ‘een Guidootje doen’. Ze negeren (vaak doelbewust) de timekeeper en ratelen maar door, tot hun verhaal – ruim óver de toegemeten tijd – gedaan is. Dat ze daarmee aan de spreektijd knabbelen van wie na hen komt, lijkt hen niet te deren.
Hoe blijf je zélf binnen de tijd?
Als je het spel zelf wél fair wil spelen, zijn er een aantal tips die je kunnen helpen:
· Zorg dat de kernboodschap van je lezing voor jezelf duidelijk is: wat is de essentie van je verhaal? Je moet in 1 zin kunnen zeggen wat je wil dat je publiek ervan onthoudt.
· Gebruik enkel bouwstenen (zoals verhalen, informatie, beelden) die echt relevant zijn voor je kernboodschap. Alles wat niet echt nuttig is, gooi je eruit.
· Leg vooraf vast hoé je iets wil zeggen. Als je tijdens je lezing zelf nog naar de juiste of mooiste formulering moet zoeken, verlies je kostbare tijd.
· Oefen je lezing in met een timer. Is ze te lang, ga dan opnieuw door de inhoud – én je Powerpoint- of keynotepresentatie, als je er een gebruikt – en schrap zaken die niet essentieel zijn, tot je opnieuw binnen de tijd kunt landen.
En wat als je ná ‘een Guido’ komt?
De vorige spreker is zwaar over tijd gegaan, maar de organisator wil de receptie uiteraard graag op tijd starten :-) en vraagt jou om je verhaal een stuk in te korten. Wat kun je dan doen?
· Als je je voorbereid hebt om bijvoorbeeld een half uur of drie kwartier (of langer) te spreken, bevat je verhaal altijd essentiële en minder essentiële bouwstenen. Met je kernboodschap voor ogen doe je je verhaal op het podium, en als je aan minder belangrijke bouwstenen komt, sla je die gewoon over.
· Benoem gerust ook het feit dat je iets overslaat omdat je spreektijd is ingekort.
· Om te weten waar je zelf zit in de timing, spreek je best met de timekeeper af om signalen te geven wanneer je bijvoorbeeld nog 15, 10 en 5 minuten over hebt. Houd dan – in tegenstelling tot ‘een Guido’ – wél die timekeeper in de gaten! :-)
· Probeer vooral geen tijd in te halen door (véél) sneller te spreken om toch je volledige verhaal te kunnen doen. Je publiek zal er alleen maar hyperzenuwachtig van worden, en de kans dat je boodschap blijft hangen, wordt een flink stuk kleiner.