Onze website gebruikt cookies om je surfervaring te verbeteren alsook om als lid te kunnen inloggen. Om deze website optimaal te gebruiken vragen we je om akkoord te gaan met ons gebruik van cookies.
Het dikke rode doek schuift dicht. Nog maar eens. In de stadsschouwburg in Brugge, ergens in het eerste decennium van deze eeuw, heeft de Nederlandse zanger-componist en podiumkunstenaar Herman Van Veen er net zijn tweede bisronde opzitten. De bis der bissen dus. Het publiek was die avond laaiend enthousiast. De warme stem van Van Veen die gretig klassiekers als Anne, Suzanne en Hilversum 3 rondstrooide, zijn poëtische teksten en de sprankelende muziek van een topband, hadden veel gevoelige snaren geraakt.
Het doek beweegt
Toen ook de zaallichten aangingen, was dit het sein voor een deel van het publiek om naar de foyer of naar huis te vertrekken. De mooie avond zat erop. Maar een ‘harde kern’ had nog helemaal geen zin om de zaal te verlaten. Zij – en ook ik :-) - wilden nóg meer Herman Van Veen! We bleven zijn naam scanderen en ritmisch klappen, ook al leek alles erop te wijzen dat de man zich allang in zijn kleedkamer had teruggetrokken om na te genieten van een prachtige show.
Weinig om het lijf
Minutenlang wisten we niet van ophouden. Plots… bewoog het doek. Nee, het ging niet automatisch terug open, maar een hand wrong zich tussen de twee helften en forceerde een opening. En toen verscheen opnieuw Herman Van Veen, die zich in niet meer dan een kamerjas – de rest klasseren we onder ‘het-mysterie-van-de-Schotse-kilt’ :-) - presenteerde op de voorste meters van het podium. De overgebleven ‘diehards’ kregen nog twee nummers a capella als ultieme toegift.
Opzij, opzij, opzij
Van de meeste van de honderden optredens die ik sinds mijn jeugd bijwoonde, zijn de herinneringen compleet vervaagd. Maar die avond met Herman Van Veen in Brugge blijft me voor altijd bij. Ik moet er telkens aan terugdenken wanneer ik hem op de radio hoor. Een klassieker die daar vaak passeert, is ‘Opzij’, met de bekende tekst:
Opzij, opzij, opzij
Maak plaats, maak plaats, maak plaats
We hebben ongelofelijke haast
(…)
We moeten rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan en weer doorgaan
We kunnen nu niet blijven
We kunnen nu niet langer blijven staan.
Een prachtig nummer, maar ik word er op slag altijd hypernerveus van. Het lijkt wel alsof Herman in ademnood komt om al die woorden zo snel gezongen te krijgen. Nog een béétje sneller, en hij begint te hyperventileren… :-)
Gejaagd door... de zenuwen
Het is iets dat ik vaak ook bij sprekers zie gebeuren. Door de zenuwen gaan ze letterlijk hoger ademen (in de borst- in plaats van de buikstreek) en (veel) sneller spreken. Het lijkt wel alsof ze hun verhaal er zo snel mogelijk willen uitpersen, om er snel ‘vanaf te zijn’ en daarna opgelucht te kunnen… ademhalen. :-)
Het is natuurlijk iets heel menselijk, en als je – net als ik – nogal snel last hebt van stress, klinkt het wellicht herkenbaar. Maar… het is niet zo fijn voor je publiek om naar iemand te (moeten) luisteren die in sneltreinvaart naar de eindmeet scheurt.
Timing is everything
Vraag het maar aan gelijk welke stand-up comedian: timing is cruciaal om je publiek geboeid te houden. Ook zij vuren niet de ene na de andere mop af, zonder de mensen in de zaal even een moment te gunnen om de humor te laten doordringen. Dat heeft nu eenmaal soms wat tijd nodig (en je hebt rappe en trage(re) denkers… ;-)). Dat geldt net zo goed voor jóuw verhaal. Het is de eerste keer dat je publiek jou hoort, en misschien deel je verhalen, toon je beelden, geef je informatie of vertel je doordenkers. Raak hen niet kwijt door te snel van het ene naar het andere te springen, zonder ruimte om alles eerst in hun hoofd te verwerken.
Schrijf het op
Hoe kun je dat nu concreet doen? Als je een voorbereiding op papier hebt of de notities bij de ‘weergave voor presentator’ in Powerpoint gebruikt, schrijf daar dan bij passages waar een korte pauze nódig is om het publiek tijd te geven om wat je net vertelde te ‘verwerken’ letterlijk het woord PAUZE of STILTE. En schrijf er ook ADEM (Buik!) bij. Dan word je er nog eens aan herinnerd dat je de tijd mag nemen om te ademen en even tot rust te komen. Datzelfde moment gebruikt je publiek om ‘mee te zijn’ met wat je net vertelde, en helemaal klaar te zijn voor het vervolg.